donderdag 31 december 2015

Levend Gebed

Oudjaarsdag is aangekomen. Ik vrees dat ik dat zelf ook ben, in die andere betekenis dan. Vanzelfsprekend is dus dat 'afvallen', zoals elk jaar na Kerst en Oud-en-Nieuw, op mijn lijstje met 'goede voornemens' komt te staan. Maar zoals bij de meeste mensen komt ook bij mij weinig terecht van dat ellenlange lijstje voornemens die zogenaamd goed zouden moeten zijn (waarvan 'afvallen' nog altijd het lastigste punt blijft voor mij). Op zo'n moment is het wonderlijk te beseffen dat er Eén is die Zijn voornemens (die altijd bij uitstek de beste blijken) wel tot vervulling heeft gebracht, brengt en zál brengen en dat onze gebeden hier onderdeel van mogen zijn.
Ik zal eerlijk zijn: bidden is niet mijn sterkste kant. Ik praat de hele dag door met God, staar eens in gedachten naar het plafond. Vaak heb ik het gevoel dat wanneer ik iets klunzigs doet, zonder dat een mens het ziet, Hij zich daarboven onwijs zit te vermaken (ja, ik geloof wel dat God - met eerbied gesproken - geniet van onschuldige kleine dwaasheden zoals het gênante vallen op je gat). Het is in mijn geval dus vaker het bewust zijn van Zijn Aanwezigheid bij alle dingen die ik doe dat mij met God verbindt, dan het letterlijke spreken met gevouwen handen en gesloten op een stil moment van de dag. Ik geloof zeker dat deze omgang met God net zo goed als een biddend leven mag worden gezien, als wanneer ik in alle stilte en rust even de tijd neem om tot Hem te 'praten' (inhoudelijk zijn deze compleet verschillende momenten van contact mij in ieder geval evenveel waard).
God weet dat ik de waarheid spreek wanneer ik zeg dat ik (naast het wensen van Zijn voortdurende aanwezigheid bij alles wat ik doe) verder vrij weinig van Hem vraag. Daarnaast vraag ik (zeker de laatste paar jaar) over het algemeen dingen niet meer dan één keer. Dat doe ik niet, omdat ik de noodzaak niet inzie om God continu om hetzelfde te bidden. Ik vertrouw erop dat wanneer ik God iets oprecht bid in Jezus' Naam, Hij naar zo'n gebed zal horen en het op Zijn tijd zal verhoren (mits Hij een beter plan heeft voor mij).
Wat ik wel oneindig zou willen en kunnen doen, is Hem danken en aanbidden voor alle gebeden die Hij al heeft verhoord en voor alle dingen die Hij mij geeft zonder dat ik daarvoor heb gebeden. Van dit laatste heeft ieder kind van God in ieder geval één Iemand gemeen en dat is natuurlijk Jezus. Want zeg nou eerlijk, welk mens had ooit kunnen bidden voor een Redder heerlijker en liefdevoller dan Hij?

dinsdag 22 december 2015

Verlangen

Ik sluit mijn ogen. ‘Verlangen’ is het thema van de christelijke bloghop van december. Verlangen in december. Dat kan van alles zijn, maar in alles wat het kan zijn is zij een dochter van de liefde. Ze is de dochter van hoop en liefde, ze is de zus van geloof, waarmee ze uitermate goed is bevriend. Ze is de melodie van de toekomst waar we naar uitzien, de toekomst die we wensen. Deze column zal gaan over haar en ik zal haar in al mijn gebrek nooit genoeg kunnen doen. Net zoals mij woorden voor de liefde, Gods liefde, altijd tekort zullen schieten, kan ik zelfs haar nakomeling nooit goed genoeg beschrijven. Maar ik kan één ding vooraf zeggen: Verlangen is een prachtkind, niet te verwarren met wellust of begeerte, want zij komen van een compleet andere bron dan de liefde. Hoe zij van haar verschillen? Ik hoop en bid dat de volgende tekst dat voldoende duidelijk zal maken voor u, geliefde lezer. Mag ze nu al groeien in uw hart. Al is het maar voor het lezen van haar verdere beschrijving.
            Het is Liefde waaruit verlangen ontspringt, zonder haar kon ze niet bestaan, daarom kan haar bestaan Liefde alleen eer aan doen, ze schiet wortel in harten van mensen, ieder mens dat Liefde kent, al is het maar een beetje. Ze schiet wortel zover als mensen haar moeder toelaten en zo diep als ze wortel schiet, zo hoog rijst ze op om de zucht van Liefde vanuit het mensenhart naar het verstand te brengen. Ze laat ons toe betekenis te geven aan liefde, aan Liefde. Ze laat ons verwonderen, verbazen, huiveren, huilen, glimlachen, lachen, opspringen van vreugde. Ze neemt ons mee naar hoop, lacht het geloof toe, al is zijn aanwezigheid slechts klein in ons hart.
            Altijd laat ze ons zien wat goed is. Wat beter zou zijn. Ze leidt ons rond in tuinen van Liefde, van wat het ooit was, van wat het kan zijn. Hoop is als de wind door haar haren, Liefde als de kleur in haar leven. Ze bestaat niet om mensenharten te breken. Ze is er om die te verzorgen, te laten groeien, zacht te maken voor de harten en levens van andere mensen.
            Haar lieveling is vrede, haar kind heet besef. Ze bidt onophoudelijk voor universele vrede en blijdschap. Ze helpt onze ogen openen voor nieuw leven. Beter leven. Voor datgeen dat meer dan leven is. Ze opent onze ogen steeds weer opnieuw, voor haar moeder. Voor liefde. Voor Liefde.


“Ere zij God in de hoogste hemelen en vrede op aarde,
in de mensen een welbehagen!”

Gezang van Verlangen

Deze post dient mede als inzending voor de christelijke Bloghop van december 2015. De webhost van de bloghop van deze maand vind je hier.

zondag 20 december 2015

Een paar nieuwtjes

Een paar nieuwtjes tussendoor voor wie het nog niet was opgevallen:
  • Er is een nieuwe pagina aan het blog genaamd 'Waar woont Liefde?', neem gerust even een kijkje, misschien ontdek je iets nieuws ;-)
  • Ik heb een facebook-pagina aangemaakt voor dit blog waarop ik telkens melding zal geven als er een nieuwe post is geplaatst.
Dat zijn de nieuwtjes weer voorlopig. Tot de volgende post!

zaterdag 19 december 2015

De beruchte column

In de post hiervoor sprak ik over een column die dit alles eigenlijk een beetje in gang heeft gezet. Bij deze publiceer ik dus 'de beruchte column' dat als titel heeft: Zaad van God gekregen.

3 december 2015. Ik wilde net gaan slapen. Net als altijd suste mijn gedachtestroom mij in slaap, totdat ik plots merkte dat ik iets begon te begrijpen. Het is misschien maar een klein stukje van de puzzel, maar het is wel zo’n stukje dat de zienswijze als geheel verandert. Enigszins slaapdronken zocht ik op de tast (ik ben nogal kippig zonder bril of lenzen) naar pen en papier om deze nieuwe gedachte op te schrijven.
            Die dag had ik juist het boek genaamd ‘De Oversteek’ van Paul Young uitgelezen. Een prachtig boek dat leidt tot nieuwe inzichten over naastenliefde, de liefde van God en de mysteries van Zijn Wegen. Bij deze beveel ik eenieder die deze tekst leest dit boek en zijn voorganger genaamd ‘De Uitnodiging’ van dezelfde auteur van harte aan. Nadat ik de laatste zinnen van ‘De Oversteek’ had gelezen en het boek voor een tweede maal in mijn leven met een lichte zucht van verlangen had dichtgeslagen, moest ik helaas weer over tot de orde van de dag.
De inhoud van het boek, dat naast de hectiek van mijn studie had uitgelezen, zat die avond dus nog vers in mijn geheugen. Ik dacht na over de zienswijze die de auteur in dit boek heeft geïntroduceerd, toen me ineens een typisch ‘bekeringsverhaal’ van de basisschool te binnenschoot. Ik herinnerde mij dat men een keer tijdens een weekopening of weeksluiting het verhaal vertelde over de gelijkenis van Jezus over de zaaier en de verschillende stukken grond waarin het zaad, d.w.z. Gods Woord terecht kon komen. Op mijn basisschool werd dit verhaal op een manier verteld waaruit bleek dat de grond schuldig was aan het niet goed opnemen van het zaad. Echter, heeft noch in Jezus’ tijd noch in de onze iemand ooit een stuk grond voor de rechter gesleept voor het niet goed ontvangen van zaad (wat op zich best jammer is, want het zou een interessant tafereel zijn). Iedereen is erover uit dat grond iets passiefs voorstelt, iets wat door levende wezens als mensen bewerkt moet worden tot goede grond en wat op zich geen blaam treft aan zijn onfortuinlijke staat.
Daarnaast maakt de gelijkenis duidelijk dat het niet de zaaier, d.w.z. de predikant of een andere verteller over Gods Woord, is die deze grond weer vruchtbaar maakt. Dat is blijkbaar niet zijn of haar taak. Het is iets wat alleen Jezus kan doen, die als Knecht geleefd heeft op aarde.
Zoals ook te lezen is in ‘De Oversteek’ zijn zondaars over het algemeen geen opstandige kwade mensen die per definitie niks met God of, zoals de auteur het leven na dit leven noemt, ‘het ware leven’ te maken willen hebben. Het zijn juist slachtoffers, of in een wat meer alom geaccepteerde term uit de Bijbel: slaven van de zonde.
Wanneer de dominee in de kerk spreekt over een actieve bekering, is op basis van Jezus’ eigen woorden dus te zeggen dat zoiets ten diepste niet bestaat. Wij komen niet naar God toe. Ammenooitniet, dat is veel te eng en kost ons veel te veel en het is oncomfortabel en dan horen we nergens meer bij en…nou ja, er zijn talloze algemene en persoonlijke redenen of eigenlijk smoesjes om niet naar God te hoeven gaan. Daarom zij God geprezen dat Hij naar ons toe komt en ook in letterlijke zin is gekomen met Kerst. Hij is juist gekomen om de stenen uit onze grond te halen en ons te bewerken tot goede grond waarin Zijn Levende Woord gepland kan worden.
Betekent dit dat wat wij als christenen doen of najagen geen enkel effect heeft? In tegendeel. Ik sidder van de effecten die het rondstrooien van zogenaamde ‘pareltjes’ uit de Bijbel heeft voor de vruchtbaarheid van het land (had u hier toevallig een lovend woord verwacht van deze op kritiek getrainde studente? Maakt niet uit hoor, maar voor de duidelijkheid: ik loof alleen God. Wel heb ik u allen lief en het is vanuit de Liefde dat ik dit aan u schrijf). Wat kunt u doen als u boer noch zaaier bent? Ach, ik zou zeggen: wees lief voor elkaar en heb geduld met elkaar. En mocht u/ik toch de drang of de opdracht hebben om te zaaien, let dat op hetgeen u/ik in uw/mijn hand heeft/heb. Bid om een flinke voorraad levend zaad van de Boer (nou ja, technisch gezien was Hij een Timmerman) en om Zijn vergeving als u/maar ook ik natuurlijk per ongeluk een stel steentjes in goede aarde heeft gegooid.

Gods zegen, Gods Liefde en Gods geduld zij met u en met mij!

Amen.

vrijdag 18 december 2015

Waar Liefde woont...

Donderdagmiddag vijf uur. Eindelijk dringt het tot me door dat ik klaar ben met de tentamens waar ik tot gisteren met enige mate van obsessie voor geleerd had. Wat deed ik eigenlijk ook al weer als ik niet aan het studeren was? Ik opende mijn laptop en stuitte op een column die ik een paar weken terug had geschreven voor…ja, waarvoor eigenlijk? Het plan was om het in te sturen als artikel voor het kerkblaadje, maar daar bleek het iets te lang voor te zijn. Wat kun je dan doen als studente levende in de eenentwintigste eeuw? Juist – je start gewoon een blog!
            In de eerste instantie gaat de gedachte van het starten van een blog bij mij gepaard met een hoop onzekerheid en een zeker wantrouwen naar mezelf toe. Ga je het dit keer echt goed bijhouden, Shanna? En dat zonder te vervallen in nietszeggende voorspelbare posts (waar deze post allicht erg op begint te lijken…)? Tegelijkertijd blijft het bestaan van de geschreven column aan mijn hart knagen. Ik weet zeker dat het schrijven van dat artikeltje geïnspireerd was door de Heilige Geest. Welke gek gaat er anders midden in de nacht zijn of haar warme bedje uit om een kladversie van een column te schrijven? – Ik in ieder geval niet.
            Gisteravond volgde na de kerstspecial van Heel Holland Bakt op NPO2 (een geliefd programma van deze amateur bakster) een speciale uitzending van het NOS-journaal. Er bleken rellen uitgebroken te zijn in Geldermalsen, buiten de raadszaal waar de raadsleden van de gemeente aan het vergaderen waren over de mogelijke plaatsing van een asielzoekerscentrum in de gemeente. Er werd met vuurwerk gegooid naar politiemensen en de hekken werden van hun plaats gerukt. Wat angst en onzekerheid met mensen kan doen…
            In mijn hart klonk zachtjes de melodie en tekst van een psalm: Waar liefde woont, gebiedt de Heer Zijn zegen. Daar woont Hijzelf, dáár wordt Zijn heil verkregen én ‘t leven tot in eeuwigheid.
            Ik veroordeel deze mensen niet, absoluut niet, ik ken net zoals iedereen het gevoel van onzekerheid en angst. Wat ik wel veroordeel zijn de daden en het gebrek aan naastenliefde dat eruit blijkt. Dorp of geen dorp, vijftienhonderd vluchtelingen of vijfhonderd, angst of geen angst, op rellen zoals die van gisteravond rust geen zegen. Het is slechts een respectloze, egocentrische actie. Een gemeente waarin veel christelijke broeders en zusters wonen zou toch moeten overlopen van de Liefde van psalm 133?
            De mogelijke participatie van broeders en mogelijk ook zusters bij een dergelijke actie roept bij mij de vraag op of wij als christenen wel goed
beseffen Wie die God is die we belijden en wat Hij ons belooft in de bovengenoemde psalm. Het lijkt erop dat God en het christelijk geloof voor een aantal (ik vrees dat hier eigenlijk ‘velen’ zou moeten staan) onder ons meer een soort vastgeroeste familietraditie aan het worden is dat iets te maken heeft met zondagsdiensten en een boek genaamd de Bijbel. Het leven is eruit. Het Leven is eruit, maar Hij blijft kloppen aan de deur van ons hart. Het tekstje ‘Hij verlaat niet wat Zijn Hand begon’ betekent namelijk dat God niet opgeeft. Hij weigert op te geven, omdat Hij Liefde is.
Hoe vaak wij ook de fout ingaan, het schrikt Hem niet af. Dus waarom laten we Hem niet gewoon binnen? Waarom laten we de asielzoekers niet gewoon binnen? Kiezen we voor zegenloze angst? Of geven we Liefde en diens zegen een kans?