dinsdag 5 december 2017

Vrij zijn

“Jij bent christelijk he, maar ik begrijp het niet. Ik bedoel, hoe kan dat nou? Jij bent zo vrij!” Zei laatst iemand tegen mij. Het eerste wat in mij opkwam was: Tsja, misschien ben ik gewoon een heel slechte christen. Dat kan. Ik ben niet zo goed in al het ‘geĆ«vangeliseer’ of ‘mensen tot Jezus brengen’. Ik vergeet vaak te bidden voor mijn eten, omdat ik andere dingen aan mijn hoofd heb. Bovendien vind ik het lastig om de balans te vinden tussen ‘oordeel niet’ en ‘waarschuw mensen’. Beide vallen me soms zwaar.


Ik kom dus over als zijnde ‘vrij’ en dat lijkt te schuren met het begrip ‘christen’. Lubach, mag ik je resetknop even lenen? Want sinds wanneer staan vrij zijn en christen zijn loodrecht tegenover elkaar? Is het niet bizar dat een geloof wat eens mensen bevrijdde van allerlei afgodendiensten en leefregels gemaakt om goden te plezieren en gruwelijke straffen te voorkomen, nu bekend staat als op z’n minst dus niet vrij. In de kerken belijden we met z’n allen dat God de mens van zonden vrij maakt, dat Jezus zegt dat je jezelf niet druk hoeft te maken over je dagelijkse beslommeringen en dus van die zorgen bent bevrijd. De wet van God was ook al bedoeld om te bevrijden en niet om mensen te binden. Huh? Maar er staan allemaal dingen in die je niet mag doen! Dat klopt. Maar stel je nou eens voor dat iedereen ter wereld zich aan die regels zou houden? Dan zouden mensen bewuster gaan leven, minder ondoordachte keuzes maken, waren er geen veiligheidsmaatregelen meer nodig als sloten of kluizen, geen wapens zouden er zijn en iedereen zou respectvol naar elkaar en de natuur toe zijn, had iedereen minimaal een dag in de week gewoon vrij van werk...kortom: iedereen zou vrij en onbezorgd zichzelf kunnen zijn. Het enige oordeel is dan nog te vellen over de smaak van een taart en het enige soort advies zou iets in de trend van een extra snufje kaneel zijn voor wat extra pit. Geen bijbedoelingen meer. Eigenlijk is het heel gewoon tevreden leven. Heerlijk toch?