3
december 2015. Ik wilde net gaan slapen. Net als altijd suste mijn
gedachtestroom mij in slaap, totdat ik plots merkte dat ik iets begon te
begrijpen. Het is misschien maar een klein stukje van de puzzel, maar het is
wel zo’n stukje dat de zienswijze als geheel verandert. Enigszins slaapdronken
zocht ik op de tast (ik ben nogal kippig zonder bril of lenzen) naar pen en
papier om deze nieuwe gedachte op te schrijven.
Die dag had ik juist het boek
genaamd ‘De Oversteek’ van Paul Young uitgelezen. Een prachtig boek dat leidt
tot nieuwe inzichten over naastenliefde, de liefde van God en de mysteries van
Zijn Wegen. Bij deze beveel ik eenieder die deze tekst leest dit boek en zijn
voorganger genaamd ‘De Uitnodiging’ van dezelfde auteur van harte aan. Nadat ik
de laatste zinnen van ‘De Oversteek’ had gelezen en het boek voor een tweede
maal in mijn leven met een lichte zucht van verlangen had dichtgeslagen, moest
ik helaas weer over tot de orde van de dag.
De inhoud van het boek, dat naast de hectiek van mijn
studie had uitgelezen, zat die avond dus nog vers in mijn geheugen. Ik dacht na
over de zienswijze die de auteur in dit boek heeft geïntroduceerd, toen me
ineens een typisch ‘bekeringsverhaal’ van de basisschool te binnenschoot. Ik
herinnerde mij dat men een keer tijdens een weekopening of weeksluiting het
verhaal vertelde over de gelijkenis van Jezus over de zaaier en de
verschillende stukken grond waarin het zaad, d.w.z. Gods Woord terecht kon
komen. Op mijn basisschool werd dit verhaal op een manier verteld waaruit bleek
dat de grond schuldig was aan het niet goed opnemen van het zaad. Echter, heeft
noch in Jezus’ tijd noch in de onze iemand ooit een stuk grond voor de rechter
gesleept voor het niet goed ontvangen van zaad (wat op zich best jammer is,
want het zou een interessant tafereel zijn). Iedereen is erover uit dat grond
iets passiefs voorstelt, iets wat door levende wezens als mensen bewerkt moet
worden tot goede grond en wat op zich geen blaam treft aan zijn onfortuinlijke
staat.
Daarnaast maakt de gelijkenis duidelijk dat het niet de
zaaier, d.w.z. de predikant of een andere verteller over Gods Woord, is die
deze grond weer vruchtbaar maakt. Dat is blijkbaar niet zijn of haar taak. Het
is iets wat alleen Jezus kan doen, die als Knecht geleefd heeft op aarde.
Zoals ook te lezen is in ‘De Oversteek’ zijn zondaars over
het algemeen geen opstandige kwade mensen die per definitie niks met God of,
zoals de auteur het leven na dit leven noemt, ‘het ware leven’ te maken willen
hebben. Het zijn juist slachtoffers, of in een wat meer alom geaccepteerde term
uit de Bijbel: slaven van de zonde.
Wanneer de dominee in de kerk spreekt over een actieve
bekering, is op basis van Jezus’ eigen woorden dus te zeggen dat zoiets ten
diepste niet bestaat. Wij komen niet naar God toe. Ammenooitniet, dat is veel
te eng en kost ons veel te veel en het is oncomfortabel en dan horen we nergens
meer bij en…nou ja, er zijn talloze algemene en persoonlijke redenen of
eigenlijk smoesjes om niet naar God te hoeven gaan. Daarom zij God geprezen dat
Hij naar ons toe komt en ook in letterlijke zin is gekomen met Kerst. Hij is
juist gekomen om de stenen uit onze grond te halen en ons te bewerken tot goede
grond waarin Zijn Levende Woord gepland kan worden.
Betekent dit dat wat wij als christenen doen of najagen
geen enkel effect heeft? In tegendeel. Ik sidder van de effecten die het
rondstrooien van zogenaamde ‘pareltjes’ uit de Bijbel heeft voor de
vruchtbaarheid van het land (had u hier toevallig een lovend woord verwacht van
deze op kritiek getrainde studente? Maakt niet uit hoor, maar voor de
duidelijkheid: ik loof alleen God. Wel heb ik u allen lief en het is vanuit de
Liefde dat ik dit aan u schrijf). Wat kunt u doen als u boer noch zaaier bent? Ach,
ik zou zeggen: wees lief voor elkaar en heb geduld met elkaar. En mocht u/ik
toch de drang of de opdracht hebben om te zaaien, let dat op hetgeen u/ik in uw/mijn
hand heeft/heb. Bid om een flinke voorraad levend zaad van de Boer (nou ja,
technisch gezien was Hij een Timmerman) en om Zijn vergeving als u/maar ook ik
natuurlijk per ongeluk een stel steentjes in goede aarde heeft gegooid.
Gods
zegen, Gods Liefde en Gods geduld zij met u en met mij!
Amen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten